dinsdag 10 maart 2009

Is er een andere manier van kijken dan 'zondig kijken'? Ik praatte eens een uur lang met een blinde vriend op een druk feest om naderhand te beseffen dat als er een ander voor me stond die me zogezegd wel kon zien, wij hoofdzakelijk onszelf zagen. Nooit is die gewaarwording zo sterk geweest. Het kijken werd die avond een dwangmatige overbodige handeling die voortdurend storing veroorzaakte. Praten met mijn blinde vriend werd 'kijken naar wat zich binnenin afspeelde', en dat uit alle macht proberen zichtbaar maken. Terwijl ik dat deed zag ik eerst nog een tijdlang mezelf maar ook dat hield al snel op. Voor de rest van de avond voelde ik me, dankzij hem, van mijn eigen blik verlost. Alex Mol noemt kijken zonder geluid 'zondig kijken'. 'Ongedurig wilde ik een sigaret opsteken, maar er lag er al een te smeulen in de asbak. Ik wilde de televisie aanzetten, maar merkte dat hij al aanstond, met het geluid uit. Een mijnheer met kalend hoofd met schapenhaar zat in een huiskamer. Hij praatte en praatte, geluidloos. Zondig kijken is dit, dacht ik, die man heeft zichzelf ook niet gemaakt. Maar hoe meer ik hem bestudeerde, hoe meer ik de indruk kreeg dat hij, als hij het voor het zeggen had, zichzelf precies op deze manier zou hebben gemaakt. Hij zat daar in zijn stoel,veilig thuis. Wat kon hem gebeuren? Alles. Onwillekeurig begon ik zijn gezicht, zijn jasje, zijn bril te beschouwen als zijn eigenlijke mededeling. Hij zei: 'Toch nog even naar de kapper geweest, ziet U wel. En ook niet vergeten de bril te poetsen.' En nu, tegen het film licht, verschijnen opeens zijn neusharen. Borstelige sprieten, uiteinden van een inwendige snor. Het lijkt alsof binnen in deze man een oerbos groeit dat hier naar buiten woekert. Van binnen is deze man vol haar. De kijker kijkt. Als leeggelopen opblaaspoppen blijven z'n slachtoffers over. Help deze mijnheer, denk ik, dat de kijker niet kijkt. Dat hij even moe is. (...) (Is daar iemand 1999) Ook bij Tonnus Oosterhoff wordt het kijken van de schrijver een 'doen.'

Zo hangt de regen als een schaduw
als regen blijft hangen. Het kerkvolk
trok de Dom over zich heen; de kerk
duwde met zijn vuist het volk binnenstebuiten.

Zo gingen ze verloren, de mensen van olim, de mensen gegaan.

Hun nazaten pikken het niet. Wat niet?
Klimaat niet. Dat er klimaat is.
In elke advocaat huist een valk

waarin een advocaat kantoor houdt,
advocatenkantoor Valk, Advocaat & Valk


Zo blijft elk wezen een meesterwerken
bevattende cocon in een meesterwerk verscholen.

(Ware grootte 2008)