maandag 2 maart 2009

Toen ik dertien was, wist ik al dat er vanalles aan me scheelde maar, daar was ik van overtuigd, zonder mijn neus had ik er ongetwijfeld een stuk beter uit gezien. Niet veel later hing ik mijn meisjeskamer (zonder er goed over na te denken) vol met portretten geschilderd door Modigliani, de man die de mooiste en lelijkste neuzen ooit portretteerde. Uren heb ik die neuzen bestudeerd. Nu ik een aantal gesprekken met de schrijvers achter de rug heb (Tonnus Oosterhoff bezoek ik zaterdag voor het eerst) duiken een aantal merkwaardige parallellen op. Dit is er één. Zowel Wim Noordhoek als K. Michel beschrijven het creatieve proces als een soort van 'snuffelen'. De schrijver laat zichzelf uit als een hond en kijkt waar het hem heenvoert. In Is daar iemand? is Alex Mol op weg naar een 'aanstaande natuurbelevenis' maar hij wordt onmiddellijk gewaarschuwd door allerlei borden om zich niet buiten de paden te begeven. 'Ik begon aan een pad bestrooid met akelige houtsnippers en zag nog meer bordjes. Dat werd me te veel, ik kwam hier niet om te lezen, dus ik stak zomaar de duinen in. De tactiek is daar van oudsher: onzichtbaar blijven vanaf de paden, waar koddebeiers met beenkappen rondfietsen, die zich laten voorttrekken door hun aangelijnde hond. Na uren dwalen kwam ik bij een prikkeldraadhek, beleefde het kostbare genoegen van het doorbuigen en knarsen onder de schoen, en sprong, zonder een windhaak op te lopen.' (pg 126) Als Alex Mol alsnog betrapt wordt en een bekeuring krijgt, heeft hij de volgende bevreemdende gedachte: 'Eigenlijk (...) had ik gehoopt op mee naar het bureau, waar mijn vader me dan had moeten komen ophalen. Om daar tegen een functionaris te kunnen zeggen: 'mijn vader is dood.' Over het 'snuffelen' van Alex Mol valt veel te zeggen. Zeker is in elk geval dat het niet aangelijnd wil worden en dat het er kostbaar genoegen in schept van prikkeldraad te springen zonder een windhaak op te lopen. Op zijn avondlog van 8 november 2008 concludeert Wim Noordhoek bij het bestuderen van kapotgemaakte portretten van keizers en heiligen: 'De geschiedenis wordt geschreven in neuzen.' Het mag niet verwonderen dat Wim Noordhoek mij een hele tijd geleden al op het spoor heeft gezet van schrijver Luigi Pirandello. In Iemand Niemand Honderduizend uit 1926 beschrijft Pirandello de ontbinding van de persoonlijkheid van Vitangelo Moscarda. 'Door een terloopse opmerking van zijn vrouw over zijn neus, die scheef zou staan, komt hij (Vitelangelo Moscarda) tot het ontstellende besef dat hij niet één iemand is, maar meerdere, zelfs honderdduizend verschillende iemanden in het bewustzijn van zijn medemensen, al naargelang het beeld dat zij van hem hebben. Om achter zijn eigen, ware identiteit te komen, breekt hij zijn oude ik radicaal af door zich niet langer te gedragen naar de verwachtingen die zijn vrienden en kenissen van hem hebben, waardoor hij door iedereen als gek wordt bestempeld.' Zo staat het op de achterflap. Ik denk aan een uitdrukking die ik ergens heb gehoord of gelezen. Iets in de trant van; ervoor zorgen dat alle neuzen dezelfde kant op staan.