woensdag 25 februari 2009

'De straten hebben geen naambordjes, de huizen hebben geen nummers. Omdat het nacht is loopt er niemand die je aan kunt klampen. Alle honden zijn allang uitgelaten.' Zo beklemmend begint de verhalenbundel van K. Michel waarin richtingwijzers en straten een belangrijke rol spelen. Als ik hem vraag of hij wat met kaarten heeft, vertelt hij die middag nog een oude kaart van Amsterdam te hebben bestudeerd. Als ik hem vraag of hij ook achteruit kijkt, verbetert hij me onmiddellijk. Een richtingwijzer wijst altijd vooruit. Als ik hem wat later vraag of 'tijd' misschien een richting is, zegt hij dat er een oude stam is die het verleden voor zich ziet liggen, omdat het verleden iets is wat ze al hebben meegemaakt. Ze kennen het verleden. De toekomst is onbekend en ligt achter hen. Een verhaal is ook een soort van 'kaart' met richtingwijzers.